Didactiek

Wij hebben voor dit vak allemaal een eigen lesje moeten voorbereiden van 10 minuten. Mijne ging over kleurenperspectief en ging best goed. Alleen doordat de klas zo enthousiast meedeed had ik te weinig tijd om dieper in te gaan op de kern van de stof. Maar verder was het een geslaagde les, kwam goed uit mijn woorden, iedereen snapte het en heb op zich alles gedaan wat ik wilde doen.
Verder moeten wij voor dit vak nog een stageplan en dossier schrijven deze zal je vinden in deze link: Stageplan Didactiek
Daarnaast hebben wij een samenvatting gemaakt over het onderwijs van Folkert Haanstra. Deze kunnen jullie hieronder lezen.


Samenvatting Folkert Haanstra                                                     
Inleiding
Er zijn drie soorten beeldende kunst; kinderkunst, schoolkunst en professionele kunst.
De ontwikkeling die kinderen maken van kinderkunst naar schoolkunst etc. ligt aan de verschillende vakken. Bij tekenen is dat bijvoorbeeld anders dan bij bijvoorbeeld kleien.

Afhankelijk van de maatschappij waar zij nu in leven wordt er een bepaald niveau van hen verwacht. Bij ons in de maatschappij speelt het algemeen vormend onderwijs een cruciale rol.  Het te behalen niveau is in het basisonderwijs en basisvorming neergezet in kerndoelen: vakmatige domein, idiosyncratische domein en het domein waar unieke menselijke prestaties ontstaan.
Uit onderzoek blijkt dat er maar zelden vloeiende overgangen zijn tussen de verschillende ontwikkelingsdomeinen.
Een ontwikkeling is ook niet aan te leren maar ontstaan door het spontane leren. Het bijgebrachte wat iemand bereikt tijdens de lessen, wordt vaak weer vergeten als ze klaar zijn met school en zijn weer terug op het niveau dat ze spontaan al hadden bereikt.
Deze terugval proberen ze te vermijden door onderwijsvernieuwingen, maar dit zorgt voor een voortdurende slingerbeweging in het onderwijs.

Op het moment wordt er voornamelijk aandacht besteed aan het leerproces en de wijze waarop de leerling de kennis construeert. Ze willen de les leervol, levensecht en actief krijgen. Dit noemen ze ook wel authentiek leren. Oftewel betekenisvol en inzichtelijk leren met betrekking tot de leerling zijn leefwereld en ervaringen van het vak.

Het begrip schoolkunst
Schoolkunst is vaak ook voor buitenstaanders om te zeggen ‘’kijken eens, wij doen hier ook leuke creatieve dingen’’. Maar voor de leerling werkt het als een welkome onderbreking , als therapie om psychologische kosten van het institutionele druk te minimaliseren. Je kunt het ook stellen als vrijetijdsgelegenheid in het onderwijs.
In de schoolkunst wordt gebruik gemaakt van makkelijk op te ruimen spullen zodat het niet te tijdrovend is. Het gaat er bij schoolkunst dan ook niet om het intellectuele maar om het motorische. Het moet dan ook makkelijk en leuk zijn en het liefst nog spontaan doen lijken.   

Empirisch onderzoek naar de schoolkunststijl
Klassikaal zingen wordt het meest gebruikt in de muziek. Er is weinig ruimte voor eigen interpretatie dus is er vaak sprake van productie gerichte aanpak ( het instuderen van liedjes etc.). Bij beeldende vorming geldt bijna hetzelfde, je bent alleen wat vrije in het improviseren en de compositie.
Er wordt gesproken over non-interventie benadering van de schoolkunst. Dat wil zeggen het na-ijlen van de vrije expressiegedachte.  Maar in de praktijk blijkt hier weinig van terecht te komen.

Constructivisme
Hierbij wordt gewerkt naar wat je al weet en vanuit je eigen leefwereld pas je je ervaringen toe in je werk. Er wordt hier ook gekeken naar het proces.


Authentiek leren
Bij authentiek leren is het belangrijk dat er niet alleen kennis wordt overgedragen maar om het zelf productief zijn. Ook worden de leefwerelden en hun eigen interesses toegepast waarbij ook wordt samengewerkt tussen de leerlingen.

Relatie met kunstvakken
Een productieve leeromgeving is goed te doen in het onderwijs. Er zijn altijd wel globale richtlijnen en eindcriteria, maar er blijft genoeg ruimte over voor actief leren met eigen inbreng.
Schoolkunst mist de aansluiting bij de alledaagse kunstervaringen van de leerling en die van het vakgebied van de professionals.

Primair onderwijs
In het primair onderwijs wordt er gemiddeld drie klokuren besteed aan kunstzinnige vakken. Waarvan de meeste tijd wordt uitbesteed aan het tekenen en handenarbeid. Dans, muziek en drama krijgen dus de minste aandacht.
Toch vinden de bovenbouwdocenten het plezier ervaren van muziek belangrijke dan het stimuleren van creativiteit en het overbrengen van theorie. Bij andere beeldende vakken is het stimuleren van creativiteit wel van groot belang. Het beoordelen wordt vaak dan ook gedaan d.m.v. enthousiasme en plezier van de leerling, althans bij muziek bij beeldende vorming vind er vrijwel geen beoordeling plaats.
Aan de kerndoelen wordt dan ook niet voldaan en zouden de leerlingen ook niet halen als dit zou worden getest.

Voortgezet onderwijs
Hier zijn de kunstvakken heel anders dan bij het basisonderwijs. Er wordt meer gericht op de beschouwing en de theorie. Ook worden er verbanden gelegd met de professionele kunst. De examens die er zijn voor de kunstvakken geven meer diepte aan het vak. Toch blijft het authentiek leren van toepassing.

Basisvorming
In het basispakket moeten minstens twee kunstvakken zitten. Bij de aanpak van de van de vakken gaan ze uit van drie kernkarakteristieken: toepassing, vaardigheid en samenhang. Als je deze drie dingen toepast maak je gebruik van authentiek leren.
Maar bij het actief leren blijkt in de kunstvakken alleen drama een voldoende te halen. Het actief leren wordt dus nog niet voldoende toegepast. Er wordt te weinig vanuit de eigen leefwereld toegepast en gereflecteerd.
De leerlingen zelf beschouwen de kunstvakken als een van de leukste vakken, ze hebben er plezier in en hoeven er niet al te veel voor te doen.
Ook in het voortgezet onderwijs worden de kunstvakken gebruikt om naar buitenstaanders te zeggen ‘’kijk wij doen hier ook leuke creatieve dingen’’.
 
Tweede fase
In de bovenbouw wordt er veel meer nadruk gelegd op het theoretische en beschouwelijke component en de didactische aanpak richting de actieve leerling. Het authentiek leren stond eigenlijk al centraal in het examenprogramma.

CKV1
Het doel van CKV is dat  leerlingen moeten ervaren wat kunst en cultuur is, ze moeten kennis hebben over kunst en cultuur hebben en ze moeten het in de praktijk kunnen brengen d.m.v. een werkstuk of project. Het vak wordt niet afgesloten met een examen maar met een kunstdossier en reflectie.
Dit vak voldoet dan ook bijna aan alle eisen van authentiek leren.
Toch werkt het in de praktijk niet zo motiverend zoals wel bedoeld is. Dit komt voornamelijk doordat de leerlingen het ‘nut’ niet van het kunstvak inzien.  Daarnaast is er ook nog het feit dat je kunst soms niet kan uitdrukken in woorden waardoor het lastig is te beoordelen.

Het plezier in de kunst
Docenten in het basisonderwijs vinden dat het plezier in een kunstvak voorop moet staan. Dit moet natuurlijk niet inhouden dat er niet ook geleerd moet worden. Maar door het ‘leuker’ te maken pikken de leerlingen de theorie makkelijker op en word het voor hen plezierige.

Restricties van authentieke kunsteducatie
Een van de problemen van het authentieke leren is dat er maar een beperkt aantal tijd is voor het vak. In die tijd moet je je eigen leefwereld , ideeën en processen toepassen , maar daarbij moet ook alle theorie worden uitgelegd en verwerkt. Dus je wordt altijd beperkt in je werk vanwege de tijd.
Een tweede probleem is de kennis, vaardigheden en houding van de docent. Ieder heeft zijn eigen aanpak en kan soms slecht omgaan met de vernieuwingen.

Oplossen van een ‘reëel professioneel probleem’  
Het authentiek leren is erop gericht om leerlingen reële problemen voor te leggen en deze op te lossen door denk en werkprocessen die ook bij experts voorkomen toe te passen.
In de kunstvakken wordt ook gebruik gemaakt van digitale logboeken, hierin kunnen achteraf allerlei theorieën nog worden verbeterd. Daarnaast worden vaak ook problemen al deels opgelost door de experts die het probleem ook heeft ontdekt. Waarvan ze zelf vaak niet eens het probleem van zien maar oordelen dus al via de experts.

Pragmatische toepassing
Het authentiek leren werkt niet bij iedereen even goed, daarom is het ook belangrijk om de hoofdlijnen van het authentieke leren als houvast te hebben en vanuit hier jouw manier toe te passen. Zodat het werkt voor jou en je leerlingen.