de tweede stage hebben wij gelopen op twee basis scholen. Hieronder het verslag.
Stageverslag
Naam: Tessa Clemens & Yoleen Benter
Klas: DBKV 1B
Vak: Stage project/ Didactiek
Kwartaal: 4
Inhoudsopgave
Ø Inleiding
Ø Formele gegevens
Ø Lesvoorbereidingsformulieren
Ø Gebruikte materialen
Ø Algemene evaluatie van OBS de Klimboom
· Sterkte- zwakte analyse
Ø Algemene evaluatie van OBS de Meander
· Sterkte- zwakte analyse
Ø Persoonlijke evaluatie
Ø Beeldmateriaal
Ø Bijlage
· Brief voor de ouders
Inleiding
In dit verslag vindt u informatie over het basisschool stageproject dat wij uitvoeren in kwartaal 4. Onze klas is in groepen opgedeeld en verdeeld over de groepen 1/2 , 3/4 , 5/6 en 7/8 van de basisscholen. Wij hebben groep 3/4 en hebben hiervoor een lessenserie van drie lessen voor gemaakt. Deze lessenserie moesten we uitvoeren op twee scholen OBS de Klimboom en OBS de Meander. Alle informatie over dit stageproject zoals de formele gegevens van de scholen, lesvoorbereidingsformulieren, evaluaties en andere belangrijke dingen vindt u in dit verslag. Wij hopen u hier tot nu toe genoeg mee geïnformeerd te hebben.
Gebruikte materialen
De gereedschappen en materialen die wij voor deze lessenserie van drie lessen gebruiken zijn als volgt.
Gereedschappen
- Schaar
- Lijm (kinder lijm)
- Lijmpistool (bedienen wij)
- Kwasten
- Bakjes
- Nietmachine
- Tape/ plakband
Materialen
Materialen
- Gekleurd papier
- A4 papier wit
- Kartonnen platen van 100x70
- Saté prikkers
- Acryl verf
- WC rollen
- Eier dozen
- Kurken
- Flesdoppen
- Allerlei andere knutsel spullen
Extra’s
- Power Point
- Kinderen voor kinderen liedje – Op een onbewoond eiland
Algemene evaluatie van OBS de Klimboom
Algemeen
De eerste afspraak die wij hadden op de klimboom was met Olga. Samen met haar bespraken wij ons plan voor groep 3/ 4. Het is een kleine school met redelijk veel kinderen.
Wij wilden een fantasieland met de groep gaan maken waarbij de kinderen de naam, de vlag en het land zelf moesten gaan bedenken. Zij vond het een goed idee en gaf ons als tip dat wij extra opdrachten achter de hand moesten houden omdat kinderen van deze leeftijd soms heel snel klaar kunnen zijn. Achteraf hadden de kinderen hun handen vol aan onze opdrachten en zijn de extra opdrachten niet nodig geweest. Verder vond ze het een leuk idee en gingen wij met goede moed de eerste les tegemoet.
Op de dag dat wij onze eerste les gaven was het ontvangst dat wij kregen niet echt gemoedelijk. Wij moesten zelf uitzoeken wie de docenten van onze klas waren en tijdens de les was de docent zelf met haar BlackBerry aan het spelen of met de andere docent aan het smoezelen. Hierdoor kregen wij soms het gevoel dat wij iets heel raars deden. Afgezien van dat hadden wij de les goed voorbereid en waren wij op tijd in de school zodat wij alle spulletjes konden pakken in de pauze die we nodig hadden voor in de les.
Op het moment dat de kinderen binnenkwamen, waren ze heel nieuwsgierig maar gingen rustig op hun plek zitten en konden wij rustig onze les beginnen. We begonnen met een PowerPoint met plaatjes van verschillende landen waarin te zien was wat de huidskleur is in dat land, wat ze daar eten, wat heel kenmerkend is (klompen, voetbal etc.), wat de vorm van het land is, hoe de vlag eruit ziet en hoe het land heet. Vervolgens begon Tessa te vertellen dat ze wel eens op vakantie was geweest in Spanje en wat ze daar het aller-leukst vond was het hele grote strand, dus als zij een land zelf mocht verzinnen zou ze er een heel groot strand in willen hebben. Hierop gingen wij een namen rondje doen waarbij zij ook gingen vertellen waar ze wel eens op vakantie waren geweest en wat ze daar het aller-leukst vonden. Dit was een leuk en goed begin alleen zeiden bijna alle kinderen dat zij ook het strand of het water het leukst vonden. De volgende keer zouden wij hieraan toe kunnen voegen dat de kinderen iets mogen vertellen wat zij het leukst vonden op vakantie wat nog niet genoemd is. Zo komen ze op nieuwe ideeën en krijg je niet alleen maar zandvlaktes. Na het namen rondje hebben ze gezamenlijk een naam bedacht voor het land. Dit deden wij door de kinderen hun vinger op te laten steken en nadat wij ze de beurt gaven mochten ze een naam noemen. Bij ±10 namen zijn gaan stemmen welke naam het land mocht dragen. Met kop en schouders won Kaboemland.
Met een kleine tussenpauze konden ze gaan beginnen aan het ontwerpen en uitvoeren van de vlag. Dit mochten ze doen met potlood, krijt of andere blaadjes. Op het laatst hebben wij nog stokjes aan de vlaggen bevestigd. Hiermee kunnen wij de volgende keer iets eerder mee beginnen omdat nu bijna alle kinderen tegelijk klaar waren. Vervolgens hebben wij afgesloten en gevraagd of de kinderen het leuk vonden. Zij vonden het een leuke les en wij vonden het ook geslaagd.
De tweede les mochten de kinderen gaan beginnen aan het bouwen van hun land. We begonnen wel eerst met een opening met daarin de vraag of ze nog wisten wat we hadden gedaan, wat we gingen doen en een voorbeeld van hoe ons land eruit zou zien als wij hem zouden maken. Hiervoor hadden wij een land gemaakt met heel veel water, een heel groot strand want dat hadden wij de vorige keer aangegeven en onze lievelingskleur is paars daarom is ons strand ook paars. Wij gaven daardoor aan dat ze alles mochten verzinnen wat ze maar wilden omdat het een fantasieland werd waarin alles mag en kan. Het enige wat ze niet mochten doen met hun land was dat wat wij al in ons land hadden gemaakt.
De klas hadden wij in groepjes opgedeeld en binnen dat groepje kregen ze 1 grote kartonnen plaat waarop ze mochten schilderen, knippen, plakken etc. Wij liepen ondertussen rond en hielpen waar dat nodig was. Na de pauze mochten ze nog even de puntjes op de i zetten en gingen we gezamenlijk opruimen. We sloten weer af met de mededeling dat ze er volgende week nog even aan mochten werken om ze vervolgens te laten zien aan hun ouders.
Deze les was ook weer zeer geslaagd, ze waren wel wat drukker dan de eerste les maar dit kwam ook doordat ze veel moesten overleggen en gewoon heel enthousiast waren.
Onze laatste les hadden wij een invalster die ons beter hielp en ook tips mee gaf. Zowel Yoleen als Tessa hebben moeite met het aanspreken van de klas als het te onrustig wordt. Wij hebben beide dat overwicht nog niet. Wij verheffen onze stem in de hoop dat ze stil worden en luisteren. De invaldocent gaf ons de tip om of drie keer te klappen, een versje op te zeggen zoals; 1,2,3,4 alle neuzen nu naar hier en vervolgens gewoon stil te blijven totdat zij ook stil zijn. Daar hadden wij wel veel aan maar het is alsnog moeilijk om zo’n grote groep in bedwang te houden.
De kinderen mochten doorwerken aan hun land wat ze met veel plezier deden. Tot aan de pauze hebben ze hard doorgewerkt en na de pauze kwamen langzaam de ouders om het werk van de kinderen te bekijken. Met een presentje sloten wij af met als boodschap dat wij het heel leuk vonden en of zij dat ook zo hadden ervaren. Wat wij de aller-leukste reactie vonden was dat een meisje zei dat ze had geleerd dat knutselen ook leuk kon zijn.
Aan het einde van elke les gingen we met iedereen die voor de klas stond de dag bespreken met Olga. Wat ging goed en wat kan de volgende keer anders. Dit was wel fijn omdat je dan de situatie kon voorleggen waar zij dan op kon reageren.
Voor de volgende keer
De volgende keer kunnen we oppassen met voorbeelden geven zodat ze je niet na gaan doen. Laten wij ons eigen gemaakte land niet meer zien, maar draaien wij het nummer van op een onbewoond eiland. Zo creëren wij niet direct maar indirect een beeld voor hun en kunnen zij hier zelf op verder borduren. Ook hebben wij een kleinere klas, daarom gaan wij deze opdelen in tweeën zodat Yoleen een groepje begeleid en Tessa een groepje begeleid. Wij zagen namelijk bij het groepje van Lora dat dit heel goed werkte en hopen hierdoor creatievere werkjes te creëren. Verder ging het na onze beleving wel goed en willen dit doorzetten naar de volgende school.
Algemene evaluatie van OBS de Meander
Algemeen
Voordat wij aan de tweede school begonnen hadden wij niet zoals bij de eerste school een afspraak gemaakt met Ron om de school te kunnen bekijken en ons plan voor te leggen aan. Dit hadden wij eigenlijk wel moeten doen, zodat de school ook op de hoogte was van wat wij wilden doen. Voor ons was het niet echt nodig omdat wij wel op de hoogte waren van wat er daar was en hoe wij de dingen moesten aanpakken vanwege onze eerdere stage. Hier waren wij wel op terecht gewezen maar er waren verder geen hard feelings, het was wel een goed leermomentje.
De stage zelf was een stuk drukker dan de eerste stage. Op het moment dat wij voor de eerste keer de klas binnengingen vonden wij het heel prettig dat we de helft van de kinderen hadden dan bij de eerste basisschool. Dit bleek echter nog niet mee te vallen want tijdens het verzinnen van de naam voor het land hadden ze moeite met een creatieve naam te verzinnen en gingen ze best snel over op flauwe namen zoals koekwousland, newkidsland etc. uiteindelijk is het Zuid-Nederland geworden. Vervolgens kwam het onderdeel van de vlag maken. In het begin toen de meester nog in de klas was luisterden ze allemaal netjes naar ons, op het moment dat Ron de klas uitging begonnen ze te smoezen en te wiebelen op hun stoel waarop Tessa op een gegeven moment zei dat het niet de bedoeling is dat wanneer de meester uit de klas is, ze niet meer hoeven te luisteren. Op zich ging het verder wel aardig, maar snapten sommige kinderen nog niet helemaal de opdracht. Dit was een groot verschil met de andere school hier luisterden ze allemaal als jij aan het woord was, ze snapten alles en gingen direct aan de slag. Door het nog een aantal keer uit te leggen aan de kinderen die het niet snapten gingen ze wel goed aan de slag en zijn er hele leuke dingen uitgekomen.
De tweede stage dag hebben wij het iets anders aangepakt dan bij de Klimboom. Wij zijn begonnen met het liedje op een onbewoond eiland in plaats van met het voorbeeld dat Tessa had gemaakt. Wij hoopten dat ze hierdoor meer hun eigen creativiteit kwijt konden en dat ze niet afgeleid werden door het beeld van wat wij al hadden gemaakt. In het liedje komt naar voren wat die kinderen allemaal zouden willen en hebben als zij een eiland helemaal zelf mogen bezitten, dit sloot aan op het feit dat de kinderen een land helemaal zelf mogen verzinnen en daar alles kunnen doen wat ze willen.
Wij hadden de klas in tweeën gedeeld zodat Yoleen een groepje kon helpen en begeleiden en Tessa een groepje kon begeleiden. Achteraf werkte dit niet helemaal want je bent vooral bezig met het beantwoorden, halen en lijmen van vragen en spullen. Ook hadden wij met elkaar afgesproken dat het groepje van Yoleen geen taken zou verdelen binnen het groepje en dat iedereen spullen mocht pakken maar niet meer dan twee van de tafel. Tessa’s groepje hadden wel taakverdelingen, er waren twee kinderen die ervoor moesten zorgen dat het groepje rustig bleef, twee mochten de spullen halen, twee mochten opschrijven wat er in het land kwam en de rest mocht de anderen in de gaten houden. Wat wij van te voren niet wisten was dat Tessa het groepje had waarbij iedereen heel druk en chaotisch was en dat het groepje van Yoleen rustige kinderen had, maar dat er veel jonge kinderen waren die nog niet zo snel de opdracht hadden opgepikt. De kinderen die de taak kregen in het groepje van Tessa om de boel rustig te houden waren zelf de drukste en doordat iedereen zo druk was konden ze niet wachten op de twee kinderen die de spullen gingen halen, en gingen daarom zelf maar. Bij het groepje van Yoleen ging het in het begin redelijk goed en werd er gewacht maar later toen het wat drukker en onrustiger werd gingen ze toch al snel zelf lopen als er iets gepakt moest worden en werd er niet op gelet of er al meer dan twee kinderen wegwaren. Ons experiment was daarom dan ook lastig te beoordelen omdat het niet helemaal gelijk verdeeld was. De opdracht om het land te maken vonden ze wel heel erg leuk, want met pauze wilden ze niet en mochten daarom lekker doorwerken.
De laatste stagedag was misschien wel het aller drukst. De dag erna gingen ze op schoolreisje en iedereen was daarom heel erg druk. Ze mochten in de les het land afmaken en uiteindelijk kwamen de ouders om de vlaggen, de naam van het land en het land zelf te bewonderen. De vorige keer wilde wij uit elk groepje een leerling laten vertellen over wat er in hun land was te zien en wat ze hadden gemaakt. Door een miscommunicatie tussen ons twee ging dit niet helemaal door en liepen de ouders gewoon rond. Deze keer deden wij dit beter. We hadden van te voren afgesproken wie aan de ouders zou vertellen wat ze allemaal in onze lessen hadden gedaan en er mocht uit elk gemaakt land iemand vertellen over wat er te zien was in hun land aan de ouders. Dit was een geslaagde afsluiting.
Ook met Ron bespraken we na lessen nog even de dag en konden we vragen stellen.
Voor de volgende keer
Wat ons is opgevallen is dat wij beide misschien iets te lief proberen te zijn. Als de leerlingen niet luisteren dan zeggen we jongen kom op even luisteren, niet vervelend doen. Van de docent kregen wij te horen dat we ook gewoon wel streng kunnen optreden anders luisteren ze gewoon minder goed. Verder hebben wij al veel gehaald uit de eerste stage wat we hebben kunnen toepassen in het tweede basisschool project en waar wij natuurlijk in de toekomst ook veel aan hebben.
Persoonlijke evaluatie
Tessa
Op het moment dat ik hoorde dat we stage gingen lopen op een basisschool dacht ik lekker appeltje eitje. Dit kwam mede doordat ik af en toe leiding ben bij scouting aan dezelfde leeftijdscategorie als die Yoleen en ik kregen. Inmiddels heb ik wel geleerd dat les geven heel wat anders is dan leiding geven aan kinderen die op scouting zitten omdat ze het leuk vinden. De kinderen in de klas moeten zich blijven concentreren en ook als ze geen zin hebben, moeten ze zich aanpassen aan wat wij zeggen en willen. Dit vergt best veel van kinderen en dat is mij wel duidelijk geworden op de basisschool.
Wat ik voor ogen had voordat ik aan de stage begon was dat ik duidelijk wilde overkomen qua stemgeluid maar ook in taalgebruik. Dit heb ik volgens mij wel bereikt, ik heb niet een keer het idee gehad dat ze mij niet konden verstaan of dat ze het niet snapten door de “moeilijke” woordkeuze. Ook merkte ik tijdens de stage dat ik de kinderen best wel kon aanpreken op hun gedrag, dit is echter iets wat ik nog best moeilijk vind omdat ik dan bang ben dat ik de kinderen kwets. Nu moet ik zeggen dat ik in mijn allereerste stage op de middelbare school al wel heb geleerd dat als ik kinderen ergens op moet aanspreken dat ze dan zelf weten dat ik dat doe omdat ze iets fout hebben gedaan. Wat ik echter nog niet had gedaan en ook nog niet aan had gedacht om te doen was de klas aanpreken op iets wat ze hadden gedaan. Toen Yoleen en ik de tweede keer binnen kwamen op onze tweede stage had ik een hele grote tas bij mij. De kinderen renden op mij af en het eerste wat ze deden was in mijn tas graaien kijken wat erin zat. Vervolgens ging ik starten met de les en vertelde ik wat we gingen doen die dag. In mijn achterhoofd had ik al bedacht dat ik de klas er nog wel op aan wilde spreken dat het niet hoort om zo in iemand anders tas te graaien. Tijdens mijn opening zei ik dat ik nog iets wilde zeggen, zo zette ik mijzelf ertoe om ze er toch wat van te zeggen dat ze dat de volgende keer niet meer moeten doen en dat ze zelf natuurlijk ook wel weten dat het niet hoort, dus als wij de volgende keer de klas in komen willen wij gewoon ‘hoi juf’ horen. Tot mijn verbazing luisterden ze allemaal heel goed en gaven mij netjes antwoord op wat ik zei.
Tot slot weet ik nu dat ik niet op een basisschool zou willen werken, het is veel drukker en onoverzichtelijke. Ik zou graag de touwtjes in handen willen houden. Op een middelbare school heb ik het idee dat ze al iets beter weten dat ze moeten luisteren en is hun spanningsboog net iets langer. Ik vond het wel een goede ervaring want nu heb ik ook gezien hoe het onderwijs anders kan zijn en dat daar ook nog eens een heel groot verschil in zit tussen de scholen.
Yoleen
Yoleen
Toen ik te horen kreeg in kwartaal 3 dat we moesten gaan stage lopen op een basisschool had ik er zelf een beetje een hard hoofd in. Mijn eerste gedachtes waren; waarom? We worden toch opgeleid om docent te worden op middelbaar niveau? Waarom moeten we dan kleine kinderen gaan les geven? Niet dat ik hele jongen kinderen niet leuk vind, maar heel veel had ik er ook niet mee. Toen zijn we toch maar gewoon gaan beginnen en hebben we samen gekozen voor groep 3/4. Eva Hotterbeekx hoorde eigenlijk ook in onze groep, maar die is uiteindelijk gestopt dus hebben we het project met z’n tweeën gedaan. Wat ik zelf wel erg fijn en overzichtelijk vond. Mijn keuze voor groep 3/4 heb ik toen ook wel heel erg bewust gemaakt, ik dacht namelijk als ik dan toch jonge kinderen les moet geven dan wil ik ook hele jongen kinder om goed het verschil te kunnen zien en ervaren aangezien groep 7/8 al weer heel dicht bij het middelbare school niveau komt wat wij in onze eerste stage van het jaar hebben gedaan. Onze opdracht voor de kinderen was om een eigen land te ontwerpen, een naam verzinnen voor het land, een vlag maken en daarna ook zelf het land gaan maken. We hebben een gesprek gehad op de eerste school met de directeur en die vond het een heel leuk idee en heeft ons ook nog een paar tips gegeven. Wat ik zelf wel moeilijk vond aan deze opdracht is om je in te leven in hun denkwereld en daar een goede opdracht bij te verzinnen. De vragen die dan ook veel door mijn hoofd gingen waren is het niet te moeilijk, of is het juist niet te saai, kunnen ze dat wel, snappen ze dat wel en ga zo maar door. Nu we op allebei de scholen deze opdracht hebben geven kan ik met zekerheid zeggen dat het een geslaagde opdracht was, niet saai en ook zeker niet te makkelijk. Zoals ik eerder al zij ging ik met een gemengd gevoel dit project in maar nu ik er op terug kijk vond ik het echt heel erg leuk om te doen en heb ik er ook zeker veel van geleerd. Deze jongen kinderen maken je het niet gemakkelijk waardoor je vaak in situaties komt die je nog nooit hebt mee gemaakt. Hierdoor kwam ik op sommige momenten echt met mijn handen in het haar te staan en moest ik echt goed nadenken hoe ik dat ging verwoorden of aanpakken. Een voorbeeld hiervan is dat een meisje bij het land maken niet snapte dat het schilderen alleen maar te maken had met de ondergrond en dat ze daarna met allerlei andere dingen de hoogte in gingen werken, huize maken etc. Zij dacht dat ze op de kartonnen plaat gewoon alles mocht gaan schilderen. Ik heb er dan ook een kwartier over gedaan om haar uit te leggen wat de bedoeling was. Je gaat er heel snel vanuit dat ze het snappen, maar ze denken zo anders dat je je moet aanpassen op hun niveau en dat vond ik op dat moment best moeilijk. Zij dacht namelijk dat in de hoogte werken, naar voren werken was. Maar uiteindelijk met veel geduld is het me gelukt om het haar te laten snappen. En zo zijn er nog veel meer van dit soort dingen geweest waardoor je aan het denken gezet wordt, en moet gaan zoeken naar een oplossing. Ik vond het een leuke en leerzame opdracht en heb er veel van geleerd. Een ding wat ik wel erg moeilijk vond was om de leerlingen stil te krijgen als ze druk waren, hoe kom je er in godsnaam tussen. Maar bij de laatste les op de Klimboom heeft de docent ons een paar tips gegeven en die heb ik dan ook proberen toe te passen op de Meander, maar als nog vind ik het erg moeilijk. Ook het optreden bij kinderen die niks doen en maar steeds blijven vragen wat moet ik doen, ik heb niks te doen, dat kan ik niet, vond ik erg moeilijk. Want je kan tegen ze blijven praten en ze opties geven maar als ze niet willen doen ze het ook echt niet. Het was een mooie ervaring waar ik zeker veel aan heb gehad en ook veel mee kan en van geleerd heb.
Foto's
Voorbeeld fantasieland |
Een van de gemaakte landen |
Een van de gemaakte landen |
Wapperend met hun zelfgemaakte vlaggen. |